Back Portrait of Rein Ergo, in front of Art & Language, Index: The Studio at 3 Wesley Place Painted by Mouth (I), 1982
[The Collection Herbert, Herbert Foundation, October 01, 2023 – June 16, 2024]
Ergo Pers is een uitgeverij van kunstenaarsboeken waarin schrijvers en beeldende kunstenaars samengebracht worden. Armando, Hugo Claus en Pierre Alechinsky, Gerrit Kouwenaar en Constant, Roland Jooris en Raoul De Keyser, Cees Nooteboom, John Ashbery en Jürgen Partenheimer. Schrijver en kunstenaar, tekst en beeld brengen een derde kunstwerk tot stand, een boek.
Het kunstenaarsboek als autonoom kunstwerk.
In 2015 bestond Ergo Pers 20 jaar. Twee tentoonstellingen, in het Roger Raveelmuseum en het Gemeentemuseum Den Haag brachten twee decennia Ergo Pers in beeld.
In het Roger Raveelmuseum van 22 maart tot 21 juni (opening op zondag 22 maart, 11 00 uur) en in het Gemeentemuseum Den Haag van 3 oktober tot 3 januari 2016.
Uitgaven van Ergo Pers maken deel uit van de collecties van het Stedelijk Museum Amsterdam, het Rijksmuseum, De Koninklijke Bibliotheek Den Haag, de Koninklijke Bibliotheek Albert I en de Bibliothèque nationale de France (BnF).
De uitgeverij verhuisde voor een deel naar Italië. Enkele machines en letters zullen de verhuis niet maken en worden te koop aangeboden. Kijk hier voor meer informatie.
Hanns Schimansky, etching for The Recital, (detail), 2009
Van 8 tot 10 maart 2020 neemt Ergo Pers deel aan een nieuwe editie van
IJsgang, het laatste boek, met gedichten van Anneke Brassinga
Ronald was een goede vriend, en een mooie kunstenaar.
We werkten tot op het einde nog aan een boek dat IJsgang zou gaan heten,
vijf litho's bij gedichten van Anneke Brassinga.
De laatste regels uit ons boek waren deze:
Zolang ik opblijf zal ik dromen
van gemis, vliegkunst, eeuwigheid.
in dood is alles te nabij.
Het mocht niet zijn. De dood was een sneltrein, en niet te bevatten.
Ik zal hem nog heel lang missen.
Naar aanleiding van het overlijden van Ronald Noorman in maart 2018 schreef Suzanna Héman deze tekst:
Noorman was een bescheiden én eigenzinnig kunstenaar. Na een opleiding aan de Rietveld Academie waar hij leerde schilderen legde hij zich uitsluitend toe op het tekenen.
De intimiteit van de tekenkunst, waarbij de gedachte via de hand direct op het papier komt zonder tussenkomst van een kwast en die weinig tot geen ruimte biedt voor verbeteringen was Noormans metier pur sang. Zijn tekeningen kenmerken zich door simpele vormen en bewegen tussen abstractie en figuratie. In sommige tekeningen zijn landschappelijke kenmerken te herkennen, andere zijn volledig abstract. De meeste werken zijn zonder titel maar een enkele keer wordt daar, tussen haakjes, een toevoeging aan gegeven die een bepaalde interpretatie stimuleert. Met zijn materiaal - houtskool, potlood, krijt, pastel, gouache - in de aanslag zoekt Noorman naar een evenwicht tussen krachtige en voorzichtige bewegingen.
Over het betrekkelijk kleine formaat van zijn meeste werk schreef hij zelf: ‘Als kunstenaar ben ik niet snel onder de indruk van grootschalig werk. Ik houd me liever bij de menselijke maat. Op klein formaat moet ik me concentreren op kracht, monumentaliteit, spanning, ruimtelijkheid, vaart.’
Noorman had een grote belangstelling voor Outsider art, en was daar ook verzamelaar van. Hij werkte dan ook enkele jaren op een atelier voor mensen met een verstandelijke beperking. In 2008 organiseerde hij een expositie bij Galerie Hamer (voor Outsider art) met eigen werk en werk van twee door hem bewonderde outsider-kunstenaars: André Prues en Alexis Lippstreu. In deze twee kunstenaars herkende Noorman een gelijke obsessieve manier van werken. Zo werkte Prues zo lang aan een blad tot er geen centimeter onbewerkt was. En schuifelde Noorman net zo lang op zijn knieën over de vloer van zijn atelier werkend aan tekeningen tot er geen ruimte voor hem zelf meer over was.
Naast tekenaar was Noorman een begenadigd graficus. In samenwerking met Ergo Pers uit Gent maakte hij verschillende kunstenaarsboeken waarin zijn grafiek werd opgenomen naast poëzie van Hans Favery (Surplace, 2006) en Wislawa Szymborska (Krijtdiertjes, 2012).
We zullen hem missen. Noorman was een fantastisch pleitbezorger voor de kunst, en wees zijn grote netwerk geregeld op bijzondere tentoonstellingen. Zoals bijvoorbeeld naar aanleiding van de tentoonstelling met werk van Hercules Seghers in het Rijksmuseum. Zelden krijg je zo mooi en precies geformuleerd waarom deze tentoonstelling zo bijzonder was en herhaald bezoek noodzakelijk. Daarom ook zullen we in antwoord op zijn vroegtijdig overlijden blijven kijken naar en genieten van de tekeningen en boeken van Noorman.
Bougainvillea,
Bougainvillea, een livre de peintre met Carole Vanderlinden en Inge Braeckman. Voor deze uitgave maakte Carole Vanderlinden een reeks van zeven suikeretsen en schreef Inge Braeckman elf gedichten.Bougainvillea, is een tweetalige uitgave (NL-F), gedrukt in en beperkte oplage van 26 voor de handel bestemde exemplaren.
Bougainvillea, werd voorgesteld op de Beurs van Bijzondere Uitgevers op zondag 11 december 2016 in Paradiso Amsterdam, en in BOZAR te Brussel op 21 december. De inleiding werd dan verzorgd door Paul Dujardin.
Het boek kreeg ook ruime aandacht in Le livre & l’estampe, LXiii, 2017, no 187.
Je kan het hoofdstuk hier nalezen. Ook de lezing kan bekeken worden.
De etsen
Carole Vanderlinden werd geïntroduceerd in verschillende etstechnieken door Henri Hemelsoet en Rein Ergo in het najaar van 2015. Zij werkte in De Zachte Klaarte, het etsatelier van Henri Hemelsoet tot april 2016. Voor de reeks etsen voor Bougainvillea, werd de kleur uitzonderlijk weggelaten, al werden enkele proefdrukken bewaard waarin kleuren nog uitgeprobeerd worden. Rijk geschakeerde grijstonen en diepe zwarten geven de duistere beeldtaal een unieke en bijzondere glans. De gebruikte technieken zijn o.a. suikerets, vernis-mou, droge naald, lijnets en aquatint.
Uitnodigingen boekvoorstellingen in Paradiso
en BOZAR, december 2016
Pierre Gallissaires (1932) overleed op 10 augustus 2020 in een ziekenhuis te Toulouse. Met Jan H. Mysjkin vertaalde Gallissaires vele dichters voor Ergo Pers, Nederlandse en Vlaamse dichters vertaalde hij uit het Nederlands in het Frans, waaronder Gerrit Kouwenaar, Armando, Cees Nooteboom, Hans Favery en Inge Braeckman.
Lees hier het in memoriam van Jan H. Mysjkin in Het Moment.
Per Kirkeby | Man falls. What happens when a world-renowned artist loses his natural abilities.
Trailer | Man Falling
Colloquium Koninklijke
Bibliotheek Brussel
De Koninklijke Bibliotheek beschikt over een aanzienlijke verzameling bibliofiele uitgaven, kunstenaarsboeken en objectboeken uit de 20ste en 21ste eeuw.
In januari 2017 had een colloquium plaats over dit belangrijke segment van de verzameling.
Deelnemers aan het colloquium op 26 en 27 januari zijn naast Rein Ergo o.a. Vaast Colson, Luc Derijcke, Saskia Gevaert, Pierre-Jean Foulon, Thorsten Baensch en Julie Gilman.
In 2015 bestaat de uitgeverij Ergo Pers 20 jaar. Het was de aanleiding voor de tentoonstelling Main d’œuvre in het Roger Raveelmuseum, waarin kunstenaarsboeken worden getoond in relatie met originele schilderijen, tekeningen en sculpturen.
De edities van Ergo Pers brengen schrijvers en beeldende kunstenaars bij elkaar: Hugo Claus en Pierre Alechinsky, Gerrit Kouwenaar en Constant, Roland Jooris en Raoul De Keyser, Jean-Marie Bytebier en Miriam Van hee, Cees Nooteboom, John Ashbery en Jürgen Partenheimer, Armando, het zijn slechts enkele namen.
Schrijver en kunstenaar, tekst en beeld brengen een derde kunstwerk tot stand, een boek. Het kunstenaarsboek als autonoom kunstwerk.
In het Roger Raveelmuseum ligt de nadruk op het beeldend werk van de kunstenaars. Er wordt ons ook een blik gegund in wat deze kunstenaars zelf verzamelen. Een schilderij van Lucassen komt uit de collectie van Ronald Noorman, Ignace De Vos en Philippe Vandenberg vinden we terug in de verzameling van Mario De Brabandere, tekeningen van Jürgen Partenheimer en Noorman in de verzameling van Armando.
De tentoonstelling Main d’œuvre in het Berlagekabinet van het Gemeentemuseum Den Haag focust op het grafische werk van enkele kunstenaars uit het fonds van Ergo Pers. De boeken zijn de leidraad waarlangs het werk van Armando, Lucassen, Jürgen Partenheimer, Ronald Noorman, Hanns Schimansky, Philippe Vandenberg en enkele anderen met elkaar verbonden wordt. De opeenvolging van beeld na beeld legt een niet vermoede verwantschap tussen deze kunstenaars bloot.
In Den Haag worden grafiekbladen en kunstenaarsboeken getoond van Armando, Constant, Lucassen, Ronald Noorman, Jürgen Parteneheimer, Hanns Schimansky, Raoul De Keyser, Pierre Alechinsky, Philippe Vandenberg en Thierry De Cordier.
In 2015 verscheen ZING ZING, een luxe-editie met acht etsen van Johan Tahon en gedichten van Peter Verhelst.
In het boek staan acht etsen. Twee ervan worden losbladig hernomen in een suite, waar ze genummerd en gesigneerd zijn door Johan Tahon.
De oplage bedraagt 26 exemplaren.
Uitverkocht.
Johan Tahon, een van
de etsen uit de suite
Johan Tahon, een van
de etsen uit de suite
ZING ZING, een bibliofiele uitgave met gedichten van Peter Verhelst en originele etsen van Johan Tahon verschijnt in het voorjaar van 2015 bij Ergo Pers te Gent.
Peter Verhelst schreef gedichten bij acht monumentale etsen van Johan Tahon.
Twee vrienden, twee bloedbroeders maken een boek waarmee ze hun artistieke verwantschap opnieuw markeren.
Johan Tahon (°1965) situeert zich zelfbewust en terecht in de traditie van Rodin, Brancusi en Giacometti. In 1996 werd Johan Tahon opgemerkt door Jan Hoet, en na een opgemerkte aanwezigheid in de groepstentoonstelling "De Rode Poort" in Gent, treedt Tahon op het voorplan met monumentale beelden in gips, klei, brons en polyester.
De sculpturen van Tahon stralen tegelijk spirituele en mythische kracht uit. Ze reflecteren over de wereld, over de plaats van de mens in die wereld, en over zichzelf, over het beeld van de wereld. Deze tweespalt, soms uitgedrukt in een dubbelhoofdige vorm, kenmerkt veel van zijn sculpturen en tekeningen. Het is een dualiteit die hij ook in zichzelf terugvindt: “Mijn beelden tonen de toestand van ‘de’ mens als zoekend en nadenkend wezen. Het zijn sculpturen die het wezen raken van de mens, zijn denken weerspiegelen en er begrip voor trachten op te brengen."
Het werk van Johan Tahon werd in België aagekocht door het S.M.A.K., het M hka en in Nederland door het Stedelijk Museum, (Amsterdam) en het GEM (Den Haag). Hij had in Nederland ook enkele opdrachten voor werk in de openbare ruimte, zoals het Nederlandse Ministerie van Financiën waar in 2009 het immense beeld New Seismo werd ingehuldigd door Koningin Beatrix.
In Nederland werd Tahon bij een groter publiek vooral bekend door zijn solotentoonstelling In Fluïdum 2006/2007 in het Museum Beelden aan Zee te Scheveningen.
Dichter, romancier en theatermaker Peter Verhelst kende in 2000 zijn grote doorbraak toen zijn roman Tongkat de Gouden Uil won. Dit jaar werd hij genomineerd voor de VSB poëzieprijs en won hij de Herman de Coninckprijs met zijn dichtbundel Wij, totale vlam.
Johan Tahon, Sinnende, 2014. ed 1/3 bronze
ook daar valt het licht, een uitgave met gedichten van Miriam Van hee en etsen van Jean-Marie Bytebier verscheen in een beperkte oplage van 26 voor de handel bestemde exemplaren, Arabisch genummerd van 1 tot 26.
Bij elk boek hoort een suite met vier door Jean-Marie Bytebier getekende en genummerde etsen. Elk boek werd in het colofon gesigneerd door de dichter en de kunstenaar.
Uitverkocht.
De Vlaamse Cultuurprijs voor de Letteren - Proza werd in 2014 toegekend aan Stefan Hertmans voor zijn boek Oorlog en terpentijn. 'Beter, harder, met meer ontzetting en meer liefde kan Vlaanderen anno 2014 niet herdenken wat honderd jaar geleden gebeurde en tot vandaag blijft nazinderen'. Het boek, dat herineringen oproept aan W.G. Sebald is ook een sublieme hulde aan de schildderkunst.
Najaar 2012 verscheen Giotto's hemel, met gedichten van Stefan Hertmans en etsen van Karel Dierickx. Deze uitgave van Ergo Pers werd voorgesteld op vrijdag 12 oktober in het Poëziecentrum te Gent.
In de gedichten van Hertmans ontvouwt zich een Toscaans of Umbrisch landschap; Giotto, Piero della Francesca, Luca Signorelli, Il Perugino, Pinturicchio en Fra Angelico 'verleiden het paradijs met schoonheid van de hel'. Giotto's hemel is voor Karel Dierickx een zevende kunstenaarsboek. Voor de etsen liet hij zich inspireren door sinopia tekeningen van Italiaanse schilders uit de vroege Renaissance, Piero della Francesca, Giotto, Buonamico Buffalmacco. Giotto's hemel is een tweetalige uitgave en verschijnt in een beperkte oplage van 36 exemplaren. Marlene Müller-Haas vertaalde de gedichten naar het Duits.
Bij elk exemplaar hoort een suite van drie door de kunstenaar genummerde en gesigneerde etsen.
Karel Dierickx, drie kleuretsen (vernis mou) voor Giotto's hemel, bij gedichten van Stefan Hertmans. Ergo Pers 2011.
Roger Raveel, een van de belangrijkste naoorlogse kunstenaars van België, is op 30 januari op 91-jarige leeftijd overleden. Raveel overleed in het ziekenhuis van Deinze aan de gevolgen van een longontsteking.
Raveel was vooral actief als schilder, maar hij maakte ook beeldend en ceramisch werk en was actief in de literatuur.
In zijn werk maakt hij gebruik van een figuratieve beeldtaal, veelal elementen uit zijn onmiddellijke omgeving, hoewel de structuur van zijn werk soms ook uitgesproken abstract kan zijn.
Hij behoorde tot de generatie schilders van de vorig jaar overleden Raoul De Keyser en Jan Burssens. Hij onderhield nauwe banden met literaire geestes- en generatiegenoten als Roland Jooris, Hugo Claus en Rutger Kopland
In 2007 verscheen Tegenover het vlak met tekst en beeld van Roger Raveel. Het boek bevat vijf teksten en drie etsen van de meester.
Alle etsen van de suites werden door Roger Raveel gesigneerd en genummerd. Bovendien signeerde de kunstenaar elk boek in het colofon. Tegenover het vlak was een gezamenlijke uitgave van Ergo Pers en Octave de Achtste.
Er zijn nog twee exemplaren beschikbaar.
Voor Hersenslag, met gedichten van Jan H. Mysjkin creëerde Roger Raveel een houtsnede in kleur die in twee variaties uitgevoerd werd.
Voor Zoals zijn beelden, schreef Rutger Kopland vijf gedichten bij het werk van Roger Raveel. De kunstenaar creëerde op zijn beurt voor dit boek vijf etsen in kleur.
Wislawa Szymborska (1923 – 1 february 2012)
‘In het dal een kleine beek, die een kleine beek is.
Een paadje in de vorm van een paadje van altijd naar immer.
Een bos met de schijn van een bos tot in eeuwigheid amen,
boven mij vliegen vogels, in de rol van vliegende vogels.
Zover het oog reikt heerst hier het moment.
Een van die aardse momenten
die men vraagt: ga niet voorbij.’
Uit Het moment, 2003
In maart 2012 verscheen Krijtdiertjes (Otwornice), een 'livre de peintre' met gedichten van Wislawa Szymborska en lithografieën van Ronald Noorman. Het boek werd voorgesteld in Museum De Pont op 18 maart.
Szymborska overleed in februari, net voor het verschijnen van dit boek.
Hendrik Driessen, directeur museum De Pont leidde de namiddag in en vertelde iets over Ronald Noorman en zijn kunstenaarsboeken. Jeannine Vereecken, docente Oudslavische taal en cultuur en persoonlijke vriendin van Szymborska, gaf een schitterende lezing over de poëtica van Szymborska en las ook enkele van haar gedichten voor. Enkele filmfragmenten sloten de voorstelling af.
Over dichten zei Szymborska: ‘De verwondering is de belangrijkste missie van de dichter… het is het hoofdthema van de poëzie.’
In 1996 werd haar werk bekroond met de Nobelprijs van de literatuur. In datzelfde jaar publiceerde het PoëzieCentrum Gent als eerste uitgever in ons taalgebied een bescheiden tweetalige bloemlezing uit haar poëzie onder de titel Verrukking & wanhoop (Zachwyt i rozpacz). Jeannine Vereecken vertaalde de gedichten. Ze debuteerde hiermee als vertaler. In 2001 verscheen van dezelfde vertaler bij het PoëzieCentrum een uitgebreidere tweetalige bloemlezing uit Szymborska’s werk in de reeks Dichters van Nu. In 1991 bracht Szymborska een bezoek aan Gent waar de vertaalster haar ontmoette.
Krijtdiertjes (Otwornice) verschijnt in een beperkte oplage van veertig Arabisch genummerde exemplaren. Bij elk exemplaar hoort een suite met vijf door Ronald Noorman getekende en genummerde lithografieën. Elk boek werd in het colofon gesigneerd door de kunstenaar.
Krijtdiertjes werd aangekocht door het Stedelijk Museum (Amsterdam), het Rijksmuseum (Amsterdam), de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag en de Koninklijke Bibliotheek Albert I (Brussel).
De Nederlandse grand old man Armando behoort tot de belangrijkste schrijvers en kunstenaars uit ons taalgebied. Naar aanleiding van twee nieuwe publicaties komt hij naar Brussel: De stilte / Die Stille, een tweetalige bibliofiele editie van Ergo Pers met lithografieën en gedichten, en de nieuwe bundel Ze kwamen.
Zopas verscheen bij Ergo Pers De stilte / Die Stille, een tweetalige uitgave met lithografieën en gedichten van Armando. Het boek wordt voorgesteld op 17 februari in Passa Porta, Brussel, en op 19 februari in de Eerste Bergensche Boekhandel, Bergen aan Zee.
Armando in gesprek met Gudrun De Geyter, inleiding Herman Jacobs.
17 februari, 20 00 uur, in Passa Porta, Brussel | Reserveer
Organisatie Het beschrijf, Ergo Pers, Uitgeverij Augustus en deBuren.
Op 19 februari, vanaf 16 00 uur, is Armando te gast in de Eerste Bergensche Boekhandel, in Bergen (Nederland), en niet op 26 februari zoals eerder aangekondigd.
Armando leest dan ook uit eigen werk.
De stilte / Die Stille, een tweetalige uitgave met lithografieën en gedichten van Armando, verscheen in een beperkte oplage van vijftig Arabisch genummerde exemplaren. Bij elk exemplaar hoort een suite met drie door Armando getekende en genummerde lithografieën. Elk boek werd in het colofon gesigneerd door de kunstenaar.
Marlene Müller-Haas vertaalde de gedichten. De lithografieën werden gedrukt door Rento Brattinga.
Uitverkocht.
In januari kreeg Armando de VSB Poëzieprijs 2011 voor zijn laatste dichtbundel.
In haar rapport schrijft de jury 'Armando’s Gedichten 2009 biedt donkere, kale gedichten die zinderen van geweld. Oorlog, de tragedies van de twintigste-eeuwse geschiedenis: ze worden niet met zoveel woorden benoemd maar slechts aangeduid – en daardoor des te effectiever opgeroepen.'
In 2009 - 2010 verscheen bij Ergo Pers een dubbeluitgave met werk van Hanns Schimansky.
John Ashbery, The Recital, vertaald door Franck André Jamme en La Récitation de l'oubli, van Franck André Jamme en vertaald door John Ashbery.
Voor beide boeken maakte Hanns Schimansky een reeks van vijf etsen.
De Duitse kunstenaar Hanns Schimansky (1949) oogst met zijn esthetische abstracte tekeningen met potlood, Oost-Indische inkt of krijt in zowel zijn geboorteland als daarbuiten veel bewondering. Op de meest uiteenlopende formaten papier tekent Schimansky in één adem lijnen en organische vormen uit de hand, in een poging de ongrijpbare intensiteit van het moment vast te leggen. Op zoek naar de grenzen die het papier aangeeft, kruipen zijn lijnen over het papier richting rand, vouw of hoek. Iedere tekening is een gecontroleerd samenspel tussen het “nu” en de energie die vrijkomt door de druk van de hand op het papier. [lees meer]
John Ashbery is de meest vooraanstaande levende avant-gardedichter van de Verenigde Staten. Hoewel zijn experimentele poëzie vaak ontoegankelijk lijkt, heeft hij in literaire kringen een aanzienlijke reputatie opgebouwd. Over hem schreef J. Bernlef: “Ashbery’s poëzie maakt niet zozeer gebruik van het denken om tot gedichten te komen, maar probeert het denken zelf, in ‘status nascendi’ zou je kunnen zeggen, in al zijn vluchtigheid en tastende aarzelingen te betrappen. In een eerder interview heeft hij daarover eens gezegd: ‘Ik probeer in poëzie de activiteiten van het denkende of in rust verkerende brein weer te geven.’ Je zou kunnen zeggen dat Ashbery op zoek is naar een kunst die zich nog niet van het leven heeft losgemaakt.” [J. Bernlef in De mandril op de slagboom − Een keuze uit zijn gedichten 1956 - 1994]
The Recital en La Récitation de l'oubli verschijnen in een tweetalige uitgave (Engels, Frans) bij Ergo Pers in een oplage van 40 exemplaren. Voor elk boek tekende Hanns Schimansky een serie van vijf etsen. Bij elk boek hoort een suite met vijf door Hanns Schimansky getekende en genummerde etsen. Elk boek werd ook in het colofon gesigneerd door de auteur, de vertaler en de kunstenaar.
De etsen werden gedrukt door Fritze Margull te Berlijn. De tekst werd gedrukt door Rein Ergo, die ook instond voor vormgeving en afwerking.
The Recital telt 48 pagina’s, de afmetingen zijn 36 cm x 32 cm. In foedraal. .
La Récitation de l'oubli telt 48 pagina’s, de afmetingen zijn 36 cm x 32 cm. In foedraal.