|
Het karige maal, 1978, Masereelfonds
Binnenkamers en andere gedichten, 1980, Masereelfonds
Ingesneeuwd, 1984, De Bezige Bij
Winterhard, 1988, De Bezige Bij
Reisgeld, 1992, De Bezige Bij
Achter de bergen, 1996, De Bezige Bij
Het verband tussen de dagen. Gedichten 1978-1996, 1998, De Bezige Bij
De Bramenpluk, 2002, De Bezige Bij
Buitenland, 2007, De Bezige Bij
Ook daar valt het licht, 2013, De Bezige Bij [bibliofiele editie, Ergo Pers]
|
zomereinde aan de leie
dit is wat een schilder zou zien:
de gebleekte graskant, kastanjes
en linden, het warme maar heengaande
licht van de avond en tegen de haag
op de andere oever een loper, en zijn
gedachten, hoe schilder je die
en boven het water de meeuwen
en tussen het licht- en het donkerder groen
de plecht van een jacht, het schuiven
der dingen, de richtingen
het water zelf kun je hier waar wij zitten
niet zien en ik vraag me nog af hoe je
afstanden schildert, steeds lichter misschien
tot je wit overhoudt, en hoe het verleden
toen jij daar nog liep
hoe schilder je dat je nooit weer
daar zult lopen, tegenstribbelend
aan je vaders hand
uit: 'Buitenland', De Bezige Bij, 2007, p. 8 |
|
De Herman de Coninckprijs voor poëzie ging in 2008 naar Miriam Van hee. Zowel de vakjury als het publiek koos voor het werk van de Gentse dichteres. De vakjury die bestond uit Lieve Coppens, Friedl' Lesage, Piet Piryns, Marc Reynebeau en Sigrid Spruyt, noemde Buitenland een prachtige, subtiel gecomponeerde bundel van een erg hoge kwaliteit'.(...)
Voor 'Zomereinde aan de Leie', uit diezelfde bundel, kreeg Van hee ook de Publieksprijs voor het beste gedicht.
'De bekroonde bundel bevat thema’s die ook al in vorig werk van deze dichter aan bod kwamen, echter zonder in herhaling te vallen. De gedichten verwijzen naar een schijnbaar alledaagse, herkenbare werkelijkheid. Een intieme werkelijkheid die met herinneringen,
geheimen, eenzaamheid te maken heeft en met een zoeken naar een vroeger verband. Hoeintens er ook wordt gezocht, het is een zoeken zonder te vinden. Maar dat gebeurt op zo’n heldere, vertederende manier dat het de lezer aangrijpt en ook moed doet vatten. De toon is mijmerend, fluisterend, licht melancholisch, maar nooit bitter of zwaarmoedig. De dichter reist en wandelt heel wat af in deze bund el. Maar hoe concreet en beeldrijk de plekken en landschappen ook zijn, het is toch vooral een reis heen en weer door de tijd.
Dat gegeven - het verstrijken van de tijd en hoe de taal er een extra dimensie aan kan geven- komt vaak terug in deze bundel. Sommige gedichten suggereren zelfs dat taal de tijd kan opheffen. Deze gedachte stemt niet alleen hoopvol, maar levert ook echte pareltjes van gedichten op'.
Vertalingen
La cueillette des mûres, Le Castor Astral
Der Zusammenhang zwischen Tagen, De Bezige Bij
|