|
|
|
Main d’œuvre 20 jaar Ergo Pers |
|
|
In 2015 bestaat Ergo Pers 20 jaar. Twee tentoonstellingen, in het Roger Raveelmuseum en het Gemeentemuseum Den Haag zullen twee decennia Ergo Pers in beeld brengen.
In het Roger Raveelmuseum van 22 maart tot 14 juni (opening op zondag 22 maart, 11 00 uur) en in het Gemeentemuseum Den Haag van 3 oktober tot 3 januari 2016.
|
|
|
Ergo Pers is een uitgeverij van kunstenaarsboeken waarin schrijvers en beeldende kunstenaars samengebracht worden. Hugo Claus en Pierre Alechinsky, Gerrit Kouwenaar en Constant, Roland Jooris en Raoul De Keyser, Jean-Marie Bytebier en Miriam Van hee, Cees Nooteboom, John Ashbery en Jürgen Partenheimer, Armando, het zijn slechts enkele namen.
Het kunstenaarsboek als autonoom kunstwerk. Dat is de ambitie van elke uitgave.
Schrijver en kunstenaar, tekst en beeld brengen een derde kunstwerk tot stand, een boek.
|
|
|
In 2015 verschijnt Everness, een kunstenaarsboek met etsen van Per Kirkeby en tekst van Jorge Luis Borges, en ZING ZING, een luxe-editie met acht etsen van Johan Tahon en gedichten van Peter Verhelst. Dit laatste boek wordt voorgesteld in het Raveelmuseum.
Op 3 mei krijgt het boek speciale aandacht en leest Peter Verhelst de gedichten uit ZING ZING.
Lees het Persbericht
Main d’œuvre | 20 jaar Ergo Pers in het Haags Gemeentemuseum
|
|
|
Main d’œuvre 20 jaar Ergo Pers
Een kleine geschiedenis
|
|
|
Het eerste boek
|
|
|
In 1994 verzorgde Rein Ergo in opdracht van uitgeverij Hayen de uitgave van Mijn Handen, twee gedichten van Thierry De Cordier. In 1995 volgde de luxe-editie van Mes écrits de Cuisine, Vol. 2, een lijvig boek dat helemaal met de hand gemaakt werd. Het boek werd op 6 januari gepresenteerd in Galerie Xavier Hufkens te Brussel. Ergens is dit het begin van Ergo Pers.
Rein Ergo zag door deze uitgave de mogelijkheden voor zijn drukpers en collectie loden letters.
|
|
Armando, Jürgen Partenheimer en Dan Van Severen, inkomhel Roger Raveelmuseum, Main d'oeuvre 2015
|
Ignace De Vos, ets voor
Overschiet, Ergo Pers 1996 |
|
Na enkele verkennende uitgaven met Michel Seuphor, Paul Claes en Christine D'haen, verscheen de uitgave die hij zelf als de eerste typische Ergo Pers uitgave beschouwt, Overschiet, met gedichten van André du Bouchet en een ets van Ignace de Vos. Het was de eerste keer dat hij een dichter en een kunstenaar samenbracht, en hij onbedoeld zijn 'format' had gevonden, het 'livre de peintre'. André du Bouchet was hiervoor een aangewezen dichter, hij vertegenwoordigde een generatie kunstenaars die het kunstenaarsboek als uitdrukkingsvorm in hun werk hadden toegelaten. Hij maakte boeken met Giacometti, Bram van Velde, Tal Coat en vele anderen. Hij was ook de dichter die witregels hun stem gaf. Zijn gedichten worden door hun vorm zelf evenzovele beelden.
Du Bouchet verbleef enkele dagen in de vertrekken van de uitgeverij. Hij sliep er op een geïmproviseerd logeerbed, en daalde af en toe af naar het ondergrondse atelier. Hij wilde 's ochtends het breken van de inkt zien, of een eerste letterproef. En elke ochtend wandelde hij door Gent, om zich onder te dompelen in mist en noorderlicht, en Van Eyck te zien in de kathedraal.
De gedichten voor Overschiet waren Rein Ergo toegestuurd door Jan H. Mysjkin, die in zijn eentje de levende Franse poëzie voor ons taalgebied zou ontsluiten.
Mysjkin introduceerde Rein Ergo ook bij die andere levende legendes, Jacques Dupin en Yves Bonnefoy. Pierre Alechinsky zou etsen maken bij hun werk.
|
|
|
Waar Mysjkin het terrein effende in Parijs, introduceerde Roland Jooris Rein Ergo bij Raoul de Keyser, Raphaël Buedts en Dan Van Severen. Hok, Houtaarde en Solesmes. Drie uitgaven, drie vriendschappen. In 2000 volgde Hersenslag, met poëzie van Jan H. Mysjkin en twee houtsneden in kleur van Roger Raveel, en Vijf Sapates, met tekst Francis Ponge en twee etsen van Lucassen.
Een bijzonder boek is ongetwijfeld V. F. D .B ., met teksten en houtsneden van Mario De Brabandere. Het is een boek dat hij voor zijn vader heeft gemaakt. De Brabandere schrijft zijn werk in een traditie in die door vele stijlen en verschillende disciplines loopt. In V.F.D.B. tekent hij in hout en eert hij zijn vader, in FGL lezen we de belangrijkste data uit het leven van de kunstenaar in ultramarijn. Blauwe cijfers die voor zichzelf spreken. En in 2008 tekende Mario De Brabandere een reeks etsen voor Axiomes / Axioma’s, bij gedichten van André du Bouchet. Met dit boek bracht Ergo Pers hulde aan de dichter die vijf jaar eerder overleden was.
À la rêveuse matière
|
Partenheimer, Weltachse, in La robe des choses, S.M.A.K., 2002 |
|
In 2002 volgt een eerste hoogtepunt in het werk van Rein Ergo. À la rêveuse matière verschijnt in een tweedelige uitgave met opnieuw teksten van Francis Ponge en etsen van Jürgen Partenheimer, een pionier van het naoorlogse kunstenaarsboek. Het werk van Partenheimer heeft in de geschiedenis van de kunst een heel eigen plaats verworven. Dwars tegen alle hedendaagse kunstontwikkelingen in heeft zijn ‘metafysisch abstracte’ kunst zich ontwikkeld tot een onmiskenbaar persoonlijk universum, waarin tekeningen, schilderijen, sculpturen en kunstenaarsboeken hun plaats vinden.
Het verschijnen van de Ergo Pers-uitgave leidde tot een tentoonstelling in S.M.A.K., La Robe des choses. Partenheimer demonstreerde met À la rêveuse matière een intelligente lezing van het werk van Ponge. Zoals Ponge de taal demonteert en weer samenstelt, toonde Partenheimer zijn werk in nooit eerder getoonde verbanden; gedemonteerd, gestapeld of in een nieuwe orde naast elkaar geplaatst. In het boek resulteerde die denkwijze in een geraffineerd omgaan met het etsmedium. Elke etstechniek werd er gekoppeld aan elke denkbare verschijningsvorm. En met een reeks tekeningen voor Gagarin introduceerde hij dit tijdschrift in de museumwinkel.
Een tweede boek met Jürgen Partenheimer ontstond in 2005 in het Italiaanse atelier van de kunstenaar, De slapende goden | Sueños y otras mentiras, waarin het minimalisme van Partenheimer subliem geplaatst werd tegenover de poëzie van Cees Nooteboom. Het boek werd achtereenvolgens gepresenteerd in Bad Homburg, Frankfurt, Dresden en Rome.
|
|
|
Naast Cees Nooteboom introduceerde Rein Ergo ook andere Nederlandse dichters en kunstenaars in zijn fonds. Rutger Kopland schreef gedichten bij werk van Roger Raveel, en Raveel illustreerde deze gedichten. In Amsterdam bracht hij Gerrit Kouwenaar en Constant na meer dan vijftig jaar weer bij elkaar en verleidde hen tot een boek, totaal witte kamer. Kouwenaar was tot zijn overlijden in 2014 de éminence grise van de Nederlandse poëzie. In bracht hij Hans Verhagen en Lucassen bij elkaar voor Vesting Holland.
Armando, een in Vlaanderen te zelden getoonde kunstenaar, is in de tentoonstelling Main d’oeuvre vertegenwoordigd met drie werken, twee schilderijen en een vroege tekening uit 1958. Rein Ergo maakte drie boeken met Armando. Het laatste boek, De stilte, Die Stille een tweetalige uitgave met speciaal voor dit boek geschreven gedichten en drie lithografieën, werd in 2010 voorgesteld in Passaporta te Brussel. Armando gaf er een mooie lezing van zijn werk.
|
|
|
Armando, serie van drie litho's voor De stilte
|
|
|
Ook Hugo Claus en Pierre Alechinsky maakten samen een boek voor Ergo Pers, Flagrant. Eerder had Rein Ergo al met Claus gewerkt voor een uitgave met Roger Raveel, en realiseerde hij een uitgave van DRUKsel, Een Beeld in Gent. Voor Fata Morgana , een cyclus van 9 gedichten van Gerrit Komrij , maakte Hugo Claus een ets. En in december 2007 verscheen Licht Overal, een livre de peintre met gedichten van Cees Nooteboom, ook met etsen van Hugo Claus. Hier werd Claus als plastisch kunstenaar benaderd. Licht Overal zou zijn laatste bibliofiele boek worden. Een tweede hoogtepunt
|
|
Philippe Vandenberg, Exil de peintre en Débris, in Main d'oeuvre, 20 jaar Ergo Pers
|
|
|
Op 11 december 2003 opende in het Caemersklooster te Gent Exil de peintre, een tentoonstelling rond de gelijknamige Ergo Pers uitgave, een boek met 64 etsen en een onuitgegeven tekst La lettre au nègre van Philippe Vandenberg. Een jaar lang werkte Philippe Vandenberg aan deze serie etsen die door Rein Ergo gebonden werden in een boek. De etsen werden gerealiseerd in het atelier van Henrie Hemelsoet. Deze meesterdrukker is een van de constanten in de uitgaven van Ergo Pers, en voor Exil de Peintre was hij een noodzakelijke voorwaarde. Het contact met de grafische techniek gaf een nieuwe wending aan het werk van Vandenberg. De beeldentaal is minder getormenteerd geworden, meer gelouterd en uitgezuiverd. Het anekdotische uit zijn vroegere werk maakt plaats gemaakt voor configuraties van een zuiver abstract lijnenspel.
De etstechniek, het kunstenaarsboek als laboratorium.
|
|
|
|
|
|
Philippe Vandenberg, enkele etsen uit Exil de peintre
|
|
|
Ook John Ashbery, die tot de grote dichters van deze tijd gerekend mag worden, werkte samen met Rein Ergo. In 2009 - 2010 verscheen bij Ergo Pers een dubbeluitgave met werk van Hanns Schimansky. Twee vrienden vertaalden elkaars werk. John Ashbery vertaalde Franck André Jamme en Franck André Jamme vertaalde John Ashbery. Voor beide tweetalige boeken maakte Hanns Schimansky een reeks van vijf etsen. En Rein Ergo reisde van Gent naar Parijs en Berlijn, en van Berlijn naar New York.
En naar Krakau. Wislawa Szymborska die in 1996 bekroond was met de Nobelprijs van de literatuur, maakte voor Ergo Pers een boek met de Nederlandse kunstenaar Ronald Noorman.
In Krijtdiertjes (Otwornice), staat het minimalisme van Noorman tegenover de humor en eenvoud van Szymborska's gedichten. Zij vinden elkaar wonderwel.
Szymborska overleed in februari 2012. Krijtdiertjes zou haar laatste boek worden.
|
|
|
Ronald Noorman, serie van vijf litho's voor Krijtdiertjes
|
|
|
Ronald Noorman realiseerde voor Ergo Pers eerder een livre de peintre bij gedichten van Hans Faverey en H.H. ter Balkt. Favery's Sur Place is een cyclus van tien gedichten die een bijna natuurlijke habitat vormen voor het werk van Noorman. Hier wordt de werkelijkheid op dezelfde wijze tegemoet getreden, ontbonden en getransformeerd, teruggebracht tot iets wat de verbeelding kan bevatten.
In 2008 blikte ter Balkt voor zijn zeventigste verjaardag terug op zijn dichterschap: voor de bibliofiele uitgave Negende eeuw selecteerde hij een aantal gedichten die zijn dichterschap markeren. Van Cel uit 1953, tot Singraven en Negende eeuw. Ronald Noorman maakte er vijf etsen bij. Een monument. |
|
|
Tot slot brengt Main d’œuvre ook een kleine hommage aan Karel Dierickx.
Twee uitgaven verrijkte Karel Dierickx met een reeks etsen, Negen slapeloze gedichten, bij gedichten van Leonard Nolens en Giotto’s hemel, waarin hij met zijn vriend Stefan Hertmans hulde bracht aan Italiaanse frescoschilders.
Winterlicht, schaduwen.
'Als je kijkt als een schilder is Karel Dierickx overal', zegt Rein Ergo, 'titaniumwit, vale okers en wat blauw, omberaarde en een enkele kleur die oplicht'. 'Ik denk vaak aan hem, ik weet niet hoe dat komt. We waren geen vrienden maar ergens diep in mij blijft er een echo klinken van wat was, de dingen die we deelden, dingen die we mooi vonden. We hadden daarbij niet veel woorden nodig. Dat hadden we lang geleden stilzwijgend afgesproken, toen we ons eerste boek maakten. Of eerder nog, de jaren in Parijs, zijn galerie Clivages, waar André du Bouchet vriend aan huis was, of nog verder terug, toen hij ons in dat open universum van de academie terugbracht naar de schilderkunst, ons met aandrang stille schilders liet zien. De jaren in het Berouw in Gent, de jaren in de Academiestraat.
De schoonheid van verval.
Het Berouw is er niet meer, de Academiestraat, het gebouw dat de Verlichting in Gent gestalte gaf, staat er al dertig jaar dichtgetimmerd bij.
Niets is voor altijd.
Misschien is Main d’œuvre ook een hulde aan wat voorbij is. Het boek. Het boek dat een vorm heeft, een tactiele vorm vooral, een boek dat in de hand ligt als een zacht gevouwen doek, dat openvalt en zich laat kennen, verhalen en gedichten, en kunst.
Een hulde aan wat voorbij is. Karel Dierickx, Dan Van Severen, Raphaël Buedts, Bernd Lohaus, Philippe Vandenberg, André du Bouchet, Raoul De Keyser, Roger Raveel, Gerrit Kouwenaar, Hugo Claus, Constant, Jacques Dupin, Rutger Kopland, Hans Favery, Christine D'haen, Wislawa Szymborska en H.H. ter Balkt, zij zijn niet meer.
|
|
|
Praktisch
Tentoonstelling van 22 maart t/m 14 juni 2015
Roger Raveelmuseum Gildestraat 2-8, B-9870 Machelen-Zulte
Open: woensdag, donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag van 11:00 tot 17:00
Gesloten op maandag en dinsdag
Info: tel. +32 (0)9 381 60 00 en www.rogerraveelmuseum.be
Afbeeldingen
|
|
Armando, Zonder titel, 1958 (nr. 37), MOA Museum Oud Amelisweerd
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Thierry De Cordier, Mes Écrits De Cuisine, ou qqs. écrits, en philosophique' du dimanche et autres poètries... (Vol.2), prototype, Hayen, 1995
Exemplaar I/XXX, privé collectie.
Dit exemplaar is het enige niet gebonden exemplaar. Het werd bewaard als een prototype voor de afwerking.
Het bevat alle ongebonden bladen, twee extra schutbladen met aangegeven looprichting, en vier linosneden van Thierry De Cordier.
|
|
|
Pers H art | Inge Braeckman | Het kunstenaars boek in Roger Raveelmuseum | De tot leven gewekte goden van Rein Ergo
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|