Krijtdiertjes, (Otwornice) met gedichten van Wislawa Szymborska en lithografieën van Ronald Noorman
“The joy of writing.
The power of preserving.
Revenge of a mortal hand.”
— Wislawa Szymborska, View with a Grain of Sand: Selected Poems
Wislawa Szymborska (1923) is een Poolse dichter. In 1996 werd haar werk
bekroond met de Nobelprijs van de literatuur. Samen met Czeslaw Mislosz (1911-2004), Zbigniew Herbert (1924-1998) en Tadeusz Rózewicz (1921) is ze een van de belangrijkste dichters van het naoorlogse Polen.
Zij overleed in februari 2012. Krijtdiertjes(Otwornice) zou haar laatste boek worden.
Szymborska werd in 1923 geboren in Kórnik, dichtbij Poznan. Haar was rentmeester van het landgoed van graaf Zamoyski. In Krakau voltooide Szymborska de basisschool en de middelbare school. In 1945 begon ze een studie Poolse filologie aan de Jagieloski Universiteit. Kort daarna studeerde ze sociologie, maar in 1948 zag ze van de verdere studie af.
In 1957 verschijnt haar dichtbundel Roepen naar Yeti, waarin ze het communisme afzweert en elke vorm van dogmatisme verwerpt.
In 1954 scheidt ze van haar eerste man Adam Wlodek. De relatie met haar tweede levensgezel, de schrijver Kornel Filipowicz, duurde 23 jaar. Na zijn dood in 1990 schrijft ze het gedicht Kat in een lege flat, waarin ze probeert haar verlies te duiden en te verwerken. Zes jaar later, in 1996, kreeg zij de Nobelprijs voor literatuur en breekt ook door in het Westen.
Wislawa Szymborska (1923) was internationaal nauwelijks bekend toen de Zweedse Academie op 3 oktober 1996 bekendmaakte dat haar de Nobelprijs voor literatuur was toegekend, ‘voor haar poëzie die met ironische precisie de historische en biologische context laat doorschijnen in fragmenten van menselijk bestaan’. Sindsdien is ze uitgegroeid tot een van de meest gelezen dichteressen ter wereld. Ook in Nederland is de dichteres populair. Die populariteit dankt ze zowel aan de originaliteit als aan de toegankelijkheid van haar poëzie. Szymborska schrijft toegankelijke en aangrijpende gedichten over herkenbare situaties uit het dagelijkse bestaan. Haar verzen zijn echter bedrieglijk eenvoudig en lichtvoetig. "Haar denken is complex, maar haar taal is eenvoudig," aldus Karl Dedecius, de Duitse vertaler van haar werk.
Als een subtiele chroniqueur van het dagelijks leven gunt ze de lezer een lyrische en dikwijls ironische blik op de wereld, de mens, de liefde en de dood.
Vaak vertrekt ze van de alledaagse waarneming om door te dringen tot de essentie van het menselijk bestaan. Ironie of humor zijn daarbij nooit veraf en verhullen de complexiteit van haar gedichten.
Stefan Hertmans over Szymborska: "in elk geval is de mildheid van deze poëzie verraderlijk. Door de perfecte dosering weet Szymborska zo feilloos uit te halen, dat het schrijnend absurde of onrechtvaardige van een situatie oplicht (...) concreet, zelfs particulier, en tegelijk algemeen herkenbaar.
Het is vaak gezegd: literatuur die deze twee dingen kan combineren verdient niet alleen onze belangstelling, ze eist ze als vanzelf ook op."
Szymborska behandelt in haar gedichten een breed gamma van onderwerpen. Speelsheid, ironie en verrassing kenmerken haar werk. Altijd echter is ze op zoek naar de plaats van de mens in het universum.
Naar aanleiding van de Nobelprijs voor literatuur in 1996 publiceerde het PoëzieCentrum als eerste uitgever in ons taalgebied een bescheiden tweetalige bloemlezing uit haar poëzie onder de titel Verrukking & wanhoop (Zachwyt i rozpacz). Jeannine Vereecken vertaalde de gedichten. Ze debuteerde hiermee als vertaler. In 2001 verscheen van dezelfde vertaler bij het PoëzieCentrum een uitgebreidere tweetalige bloemlezing uit Szymborska’s werk in de reeks Dichters van Nu. In 1991 bracht Szymborska een bezoek aan Gent waar de vertaalster haar ontmoette. Later vertaalde Jeannine Vereecken ook gedichten van Czeslaw Milosz.
Szymborska was erg kritisch voor haar werk. In totaal verschenen net geen twintig – vrij dunne – dichtbundels. Haar werk werd in diverse talen vertaald. In het Nederlands werd haar poëzie ook nog vertaald door Gerard Rasch en Karol Lesman.
In 2007 verscheen de bundel Dubbele punt en in 2009 verscheen haar laatste bundel Hier, beide in de vertaling van Karol Lesman. Eerder verschenen van haar al de verzamelbundels Uitzicht met zandkorrel en Einde en begin.
In 2012 verschijnt bij Ergo Pers Krijtdiertjes, met gedichten van Wislawa Szymborska en lithografieën van Ronald Noorman.
Ronald Noorman (1951) is een tekenaar pur sang, een kunstenaar die de kwaliteiten en mogelijkheden van zijn medium ten volle benut. Naast intimiteit en transparantie is vooral de kernachtigheid een opvallende eigenschap van recente tekeningen. Ook in zijn grafiek zoekt hij naar de creatieve omgang met het materiaal en de kracht en bondigheid van de lijnvoering.
In Krijtdiertjes, staat het minimalisme van Noorman tegenover de humor en eenvoud van Szymborska's gedichten. Zij vinden elkaar wonderwel.
Krijtdiertjes (Otwornice) verschijnt in een beperkte oplage van veertig Arabisch genummerde exemplaren. Bij elk exemplaar hoort een suite met vijf door Ronald Noorman getekende en genummerde lithografieën. Elk boek werd in het colofon gesigneerd door de kunstenaar.
Krijtdiertjes werd voorgesteld in Museum De Pont op 18 maart.
Hendrik Driessen, directeur museum De Pont leidde de namiddag in en had het over Ronald Noorman en zijn kunstenaarsboeken. Em. Prof. Dr. Jeannine Vereecken, docente Oudslavische taal en cultuur en persoonlijke vriendin van Szymborska, vertelde iets over de poëtica van Szymborska en las enkele van haar gedichten.
Filmfragmenten sloten de voorstelling af.
Inmiddels maakt Krijtdiertjes o.a. deel uit van de collecties van het Rijksmuseum (Amsterdam), het Stedelijk Museum (Amsterdam), de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag en de Koninklijke Bibliotheek Albert I (Brussel).
Krakow, January 27, 2009. Wislawa Szymborska leest Metafizyka (Metaphysics),
een van de gedichten die deel uitmaken van 'Krijtdiertjes' (Otwornice), Ergo Pers 2012.
Einde en begin - een ontmoeting met Wislawa Szymborska is een associatieve reis gebaseerd op een aantal kerngedichten en informele ontmoetingen met de Poolse dichteres Wislawa Szymborska.
Bekijk de film | www.hollanddoc.nl | Een reis door haar oeuvre en de Poolse geschiedenis aan de hand van haar gedichten, een speurtocht naar de ‘fragmenten van menselijk bestaan’, die zij opdiept en oppoetst tot goudglanzende klompjes poëzie.
"De publiciteit rondom de toekenning van de Nobelprijs zorgde bij Szymborskavoor een steeds groter wordende paniek. Wanneer vrienden en kennissen het hadden over de door plotselinge roem en mediabelangstelling gekwelde Szymborska, noemden ze de toekenning van de Nobelprijs al snel haar ‘Stockholmse tragedie.’
Ondertussen dacht Szymborska er niet over haar privéleven op te geven. Ze verzette zich op twee manieren tegen allerlei verleidingen. Allereerst door het aanstellen van een keurige, maar vastberaden secretaris. Bij hun eerste kennismaking wees Szymborska wanhopig naar de telefoon, die maar niet wilde zwijgen. Hij boog zich over het apparaat, stelde vast dat je het niet kon uitzetten omdat het contact zich achter de zware eikenhouten kast bevond, vroeg om een schaar en knipte de kabel door. De tweede manier was het aan de wereld tonen van een andere, minder serieuze en persoonlijke, maar des te grappigere kant van haar: het schrijven van limericks en het versturen van ansichtkaarten in de vorm van collages.
Wislawa Szymborska heeft nooit willen weten van een ‘uitwendige biografie’: wat ze over zichzelf te zeggen heeft, staat in haar gedichten en over haar gedichten praat ze niet. '
Einde en begin is dan ook geen raditioneel ‘autobiografisch’ filmportret, het is een associatieve reis gebaseerd op een aantal kerngedichten en een aantal informele ontmoetingen met onder meer schrijfster en hartsvriendin Ewa Lipska en generatiegenoot en regisseur Andrzej Wajda.
John Albert Jansen, Einde en Begin: Een ontmoeting met Wislawa Szymborska, Oogland Filmproducties 2011 | www.oogland.com
Karol Lesman is sinds 1979 vertaler Pools, van zowel proza als poëzie. Hij is de vertaler van onder meer Olga Tokarzcuk, Andrzej Stasiuk en Tomek Tryzna en vertaalde van Nobelprijswinnares Wislawa Szymborska de dichtbundels Dubbele punt en Hier en de biografie Wislawa Szymborska. Prullaria, dromen en vrienden. Hier, de laatste dichtbundel van Szymborska, was Lesmans vijftigste vertaling.
Karol Lesman studeerde Slavische taal- en letterkunde aan de UvA. Hij vertaalde sinds 1979 ruim vijftig titels uit het Pools - merendeels proza, maar ook poëzie - die meermaals werden bekroond. Zo ontving hij de Aleida Schotprijs 1995, de Alfred Jurzykowski Award 1997 en de prijs van de Poolse Pen Club 1999 voor vertalingen van romans van Witkiewicz en in 2009 werd de inzet, initiatief en durf die uit zijn vertaaloeuvre spreekt bekroond met de Fonds voor de Letteren Vertaalprijs.
Lesman publiceert regelmatig over Poolse literatuur en is lid van de redactie van het Tijdschrift voor Slavische Literatuur.
Sommigen houden van poëzie - Niektórzy lubia poezje
Sommigen -
dat wil zeggen niet allen.
Niet eens de meerderheid maar een minderheid.
Zonder de scholen mee te tellen, waar het moet,
en de dichters zelf,
zijn er van die soort misschien twee op duizend.
Houden van -
maar men houdt ook van soep met balletjes,
van blauw en van complimentjes,
men houdt ook van een oude sjaal,
of van zijn eigen weg te gaan,
of een hond over zijn kop te aaien.
Poëzie -
maar wat is poëzie.
Menig wankel antwoord
viel reeds op deze vraag.
Maar ik weet het niet, ik weet het niet en klamp me eraan vast
als aan een reddende reling.
Uit Bloemlezing uit de poëzie van Wislawa Szymborska. Ingeleid en vertaald door Jeannine Vereecken.
DICHTERS VAN NU 13, Poëziecentrum Gent, 2001
Over dichten zei Szymborska: ‘De verwondering is de belangrijkste missie van de dichter… het is het hoofdthema van de poëzie.’
Jeannine Vereecken, Bloemlezing uit de poëzie van Wislawa Szymborska. Ingeleid en vertaald door Jeannine Vereecken.
DICHTERS VAN NU 13, Poëziecentrum Gent, 2001
Engelen en demonen, een bloemlezing | In 2009 nam Jeannine Vereecken afscheid van de Universiteit Gent, waar ze vele jaren Oudslavische taal en cultuur doceerde. Behalve als academica, is zij echter ook bekend als vertaalster, met name van Poolse hedendaagse poëzie (Szymborska en Milosz). Het vertrek van Jeannine Vereecken was voor haar vrienden en collega’s die zelf poëzie vertalen de aanleiding om voor haar een feestbundel samen te stellen. Het werd een kleurrijke bloemlezing uit de wereldpoëzie met als thema ‘engelen en demonen’, de onaardse wezens die in het vakgebied van de gefêteerde om elke hoek schuilen, maar die bovendien – en bovenal – onze bevreemdende dubbelgangers zijn. De bundel met 35 parels uit de wereldpoëzie, vertaald uit zeventien talen, laat zien hoe engelen, duivels en demonen de dichterlijke fantasie prikkelen vanaf de middeleeuwen tot vandaag. Naast de vertaling is telkens de originele tekst opgenomen. Als klap op de vuurpijl krijgt de lezer een nog ongepubliceerd gedicht van Wis?awa Szymborska, dat voor de gelegenheid door de nobelprijswinnares aan Jeannine Vereecken is opgedragen.
Auteur/samensteller Lara Sels & Eric Metz . Poëziecentrum, 2009, ISBN 978 90 5655 204 6