|
André du Bouchet
In 1996 verscheen bij Ergo Pers de uitgave die hij zelf als de eerste typische Ergo Pers uitgave beschouwt, Overschiet, met gedichten van André du Bouchet en een ets van Ignace de Vos. Het was de eerste keer dat hij een dichter en een kunstenaar samenbracht, en hij onbedoeld zijn 'format' had gevonden, het 'livre de peintre'. André du Bouchet was hiervoor een aangewezen dichter, hij vertegenwoordigde een generatie kunstenaars die het kunstenaarsboek als uitdrukkingsvorm in hun werk hadden toegelaten. Hij maakte boeken met Giacometti, Bram van Velde, Tal Coat en vele anderen. Hij was ook de dichter die witregels hun stem gaf. Zijn gedichten worden door hun vorm zelf evenzovele beelden.
Du Bouchet verbleef enkele dagen in de vertrekken van de uitgeverij. Hij sliep er op een geïmproviseerd logeerbed, en daalde af en toe af naar het ondergrondse atelier. Hij wilde 's ochtends het breken van de inkt zien, of een eerste letterproef. En elke ochtend wandelde hij door Gent, om zich onder te dompelen in mist en noorderlicht, en Van Eyck te zien in de kathedraal.
De gedichten voor Overschiet waren Rein Ergo toegestuurd door Jan H. Mysjkin, die in zijn eentje de levende Franse poëzie voor ons taalgebied zou ontsluiten.
Eerder had Jan H. Mysjkin du Bouchet geïntrodeceerd bij de Académie Leon. Hij publiceerde er enkele gedichten, waarvan we Of de zon vermelden, een uitgave met twee houtsneden van Raoul De Keyser.
|
|