Christine D'haen ontving in 1992 de Grote Prijs van de Nederlandse Letteren uit de handen van koningin Beatrix. Zij werd toen geloofd om 'haar rijke, verwarrende, weerbarstige en soms aangrijpende' oeuvre. In het juryrapport bij de toekenning van de Anna Bijns Prijs 1991 schreef Paul Claes: 'Uit alles blijkt dat het oeuvre van Christine D 'haen uniek is in de Nederlandse letteren. Haar poëzie kenmerkt zich door een ongewone eruditie, een groot poëzie-technisch vernuft, een enorme taalrijkdom en een vrouwelijke verbeeldingskracht van een ongeziene zinnelijke en zintuiglijke geladenheid.
Dodecaëder (Ergo Pers 1996 is de eerste druk van twaalf douzains (twaalfregelige gedichten). Dodecaëder werd later samen met Dantis meditatio gebundeld en uitgegeven.

In 2007 kreeg Christine D'haen de Henriëtte de Beaufortprijs voor haar autobiografie 'Uitgespaard zelfportret'. De jury noemde de biografie van D'haen een van de origineelste autobiografieën die er in de Nederlandse literatuur bestaan. Het boek bevat dagboeknotities, kunstbeschouwingen, filosofische reflectie, verhaal, citaat en droombeschrijving.

E R G O   P E R S   U I T G A V E N

Dodecaëder, twaalf douzains (twaalfregelige gedichten), met een ets van Jean Bilquin op het frontispice, 48 pagina's, 22,5 x 27 cm. De tekst werd gezet uit Plantin corps 14 en gedrukt op vélin d'Arches door Rein Ergo, de etsen werden gedrukt door Henrie Hemelsoet..
60 exemplaren gedrukt op vélin d'Arches, met een ets op het frontispice.

48 exemplaren zonder suite, € 95 .
12 exemplaren met suite van drie etsen van Bilquin, uitverkocht.